Kantoortaal A

Woordenboek voor het kantoor van algemene, bedrijfskundige, commerciële en financiële kantoortaal met als beginletter van het woord, term of uitdrukking de letter A:

Algemeen

  • aandachtspunt - probleem, iets waarvoor een oplossing gezocht moet worden.
  • aan de voorkant melden - van te voren melden.
  • aan de vork steken - aan de orde brengen.
  • aanhouden - het tegen iemand aanhouden voor een mening of second opinion.
  • aanjager - een persoon die een project of proces vlot trekt en/of voorttrekt.
  • aanspreekpunt - diegene bij wie je moet zijn.
  • aansturen - begeleiden.
  • aanvalsplan - gekozen wijze om een probleem uit te voeren.
  • aanvliegen -
    • 1. aanpakken.
    • 2. benaderen.
  • aanvliegroute - gekozen wijze om het doel te bereiken.
  • abusievelijk - per ongeluk.
  • accentverlegging - voor hetzelfde doel iets anders belangrijker maken.
  • accorderen - goedkeuren.
  • achteroverleunen -
  • acteren - een bepaalde rol vervullen.
  • ad hoc - tijdelijk.
  • additioneel -
    • 1. extra.
    • 2. toegevoegd.
  • affirmatief - bevestigend.
  • afhechten - afronden.
  • afscheid nemen - ontslaan van één of meerdere werknemers.
  • afschieten - een plan of een voorstel afkeuren met het doel om het te beëindigen.
  • afstemmen -
  • agenderen - onderwerp aan een vergaderagenda toevoegen.
  • ambitieniveau -
  • asap -

Bedrijfskundig

  • attitude - instelling of houding van een persoon.
  • autocraat - autoritaire leidinggevende.
  • autoritair leiderschap - vorm van leidinggeven waarbij alle beslissingen, zonder verdere inspraak, door de leidinggevende zelf wordt genomen.

Commercieel

  • aanboren - het zoeken en ontwikkelen van nieuwe afnemers van dienst of product.
  • aanjagen - het versnellen van verkoopproces, verhogen van omzet.
  • aanvalsplan - gekozen wijze om een commercieel plan uit te voeren.
  • account - zakelijke klant, wordt beheerd door een accountmanager*.
  • accountmanager -

Financieel

  • aandeel - bewijs van deelname in het kapitaal van een onderneming.
  • acquisitie - overname van een bedrijf door een ander bedrijf.
  • annuïteit - vast bedrag waarin zowel de rente als de aflossing op een lening is opgenomen.
  • asset - Engelse term voor activa als ook voor beleggingen in financiële waarden.