De kunst om alle soorten van schrijfinkten, zowel zwarte als gekleurde, te vervaardigen

De kunst om alle soorten van schrijfinkten, zowel zwarte als gekleurde, te vervaardigen, is een uitgave van de Amsterdamse uitgever S. de Grebber in het jaar 1840.
In een omzetting naar modern Nederlands onderstaand een weergave hiervan.

EERSTE HOOFDSTUK

ZWARTE INKTEN

1. Gewone zwarte inkten

1.) 6 lood galappelen, 4 lood Engelse vitriool, 2 lood Arabische gom, 1 lood aluin, 1 drachme kruidnagels.
Deze zelfstandigheden worden, zo veel het nodig is, fijn gestampt, in een kwart fles gedaan, met ¼ kan wijnazijn 4 uren op een tamelijk warme plaats gezet, en de fles met regen- of rivierwater vol gegoten.

2.) 1 pond groene vitriool, ½ pont galnoten, 2 lood aluin, 8 lood Arabische gom, 1 lood zout.
Deze zelfstandigheden worden gestampt, en met 8 kannen water zo lang gekookt tot er 7 kannen overschieten.

3.) 1 pond groene vitriool, 1 pond grof gestoten galnoten, 12 lood Arabische gom, 3 lood aluin, 3 lood keukenzout.
Men doet op deze zelfstandigheden 6 kannen azijn, laat het 4 tot 6 dagen op ene warme plaats staan. Hierna worden er 6 tot 8 kannen kokend regen- of rivierwater opgegoten en des daags enige malen omgeroerd; na 12 of 14 dagen kan men den inkt afgieten. Het overblijvende wordt nog met 6 kannen heten azijn overgoten en men laat het 14 dagen staan. Dit geeft nog een tamelijk goede inkt, welk men bij de eerste kan vermengen of afzonderlijk kan gebruiken. Deze inkt schimmelt nimmer, blijft altijd zwart en dringt niet door.

4.) Men laat 8 lood groene en 8 lood blauwe vitriool met 2 kannen bierazijn en 2 kannen regenwater zo lang koken, tot de vitriool opgelost is, neemt het vervolgens van het vuur, mengt er 1 pond gestoten galnoten bij, laat het 24 uren stil staan, zijgt het door en voegt er 6 lood Arabische gom bij.

5.) Op 5 lood grof gestampte galnoten giet men 2 kannen zuur bier, laat het 8 dagen op een warme plaats staan, voegt er dan 6 lood ijzervitriool, 2 lood Arabische gom en 1 lood aluin bij, laat het nog enige dagen staan en roert het somwijlen om. Vervolgens giet men het vocht af, giet op het overschot nog 1 kan wijnazijn, laat het 14 dagen staan, giet het door en voegt het bij de vorige afgetrokken inkt.

6.) Men giet op 6 lood vitriool ½ pond galnoten, 3 looden Arabische gom, 1 lood aluin, 1 drachme zout, alles tot poeder gebracht, 1 kan rivierwater, laat het 24 uren op een warme plaats staan, dan is de inkt gereed.

7.) 9 looden galnoten, 2 looden Engelse groene vitriool, 3 lood Arabische gom.
Deze zelfstandigheden worden met wijnazijn overgoten, blijven 12 uren op een warme plaats staan en men voegt er dan nog een halve kan regenwater bij.

8.) 12 looden galnoten, grof gestoten, zet men met 1 kan regenwater 2 dagen in de zon, voegt er dan 8 lood gestoten vitriool bij en laat het wederom 2 dagen staan. Ten laatste doet men er 2 lood gestampte Arabische gom en 1 lood aluin bij, laat het nog 8 dagen staan en schudt het dikwijls om.

9.) 20 lood galnoten, grof gestoten , worden met 2 kannen rivierwater 1 uur gekookt, men doet er dan 2 lood vitriool en ½ pond goed ijzerzwart, zo als het de schoenmakers, zadelmakers en looiers gebruiken, bij, roert het goed om, mengt er 3 lood Arabische gom, ½ lood aluin, ½ lood keukenzout en enige gestampte kruidnagels bij.

10.) 18 lood galnoten, 6 lood groene vitriool en 2 lood Arabische gom worden met 1½ kan water 24 uren op een warme plaats gezet, de inkt wordt vervolgens doorgezijgd en kan onmiddellijk gebruikt worden.

2. Glimmende inkt

Men neemt ½ pond campechehout, kookt hetzelve ¾ uur in een kan water, en giet het afkooksel kokend heet door linnen op ½ pond poeder van galnoten, laat het enige dagen in een zachte warmte staan, roert het somwijlen om, en voegt er dan ½ pond groene vitriool bij, en wanneer deze opgelost is, nog 4 lood Arabische gom in ½ kan kokend water opgelost. Men laat de inkt helder worden en doet denzelven op flessen.

3. Blauwzwarte inkt

1.) Men neemt 1¼ pond campechehout, kookt het in 10 kannen rivierwater zo lang, tot er 6 kannen overgebleven zijn, voegt er dan 11 lood kandijsuiker, 11 lood koper vitriool, 11 lood ijzervitriool, 22 lood galnoten, en even zo veel Arabische gom bij. Men laat alles nog enige tijd koken, en giet het door een doek, doet het op flessen, en om het schimmelen voor te komen, voegt men op elke fles een weinig brandewijn bij.

2.) 4 lood galnoten , 1½ pond rozen bladeren en 4 lood campechehout worden met 3 kannen azijn of 4 kannen rivierwater zo lang gekookt, tot er een kan van verkookt is, alsdan voegt men er nog 8 lood vitriool, 3 lood Arabische gom, ½ lood aluin en ½ lood zout bij.

4. Inktpoeder

Men neemt 8 lood galnoten, 6 lood goede vitriool, 4 lood Arabische gom , 1 lood aluin, stampt alles tot een fijn poeder, zeeft het door een niet al te fijne haarzeef, en doet bij dit poeder nog een lood goed gebrande, fijn gewreven zwartsel bij. Men bewaart dit poeder in doosjes, en wanneer men inkt nodig heeft, neemt men een weinig van dit poeder, doet het in een glas, giet er wijn, bier, brandewijn of water op; men kan den inkt dadelijk gebruiken.

2.) Men neemt pruimen-, abrikozen- of perzikenstenen en brandt dezelve tot poeder. Op 1 lood van dit poeder neemt men 1 lood vitriool, 1 lood gebrand zwartsel, 2 lood poeder van galnoten, 4 lood Arabische gom, maakt van dit alles een fijn poeder, hetwelk even als het vorige in houten of papieren doosjes bewaard kan worden, en bij het gebruik met wijn, azijn of water overgoten moet worden.

3.) 20 lood galnoten, 4 lood Arabische gom, 6 lood vitriool, 2 lood aluin. Deze zelfstandigheden worden tot fijn poeder gebracht, en met hetzelve even als met het vorige te werk gegaan.

5. Onoplosbare Inkt, inzonderheid dienende, om linnen goed te tekenen

Men neemt schellak of spiegelhars, lost dezelve in een slappe kokende potasloog op, en mengt bij het verkregen zeepachtige vocht een weinig oplossing van indigo in zwavelzuur, die vooraf geheel met potas verzadigd is geworden, eindelijk voegt men er nog zo veel met wijngeest of brandewijn bevochtigd zwartsel bij, totdat het vocht zwart genoeg is geworden. Met deze inkt kan tamelijk goed geschreven worden, en hij weerstaat de sterkste zuren.

Bereiding van de zwavelzure Indigo oplossing. Men neemt 2 lood goede indigo, wrijft den zelven op een steen of in een serpentijn mortier tot een hoogst fijn poeder; dit poeder doet men in een porseleinen schaaltje, giet er 4 lood sterke vitrioololie bij kleine gedeelten op, en roert het met een pijpensteel of glazen staafje zo lang om, totdat de indigo geheel in de vitrioololie opgelost is. Dit mengsel laat men 24 tot 36 uren staan en giet het dan in 4 ponden zuiver rivierwater, waardoor de donkerblauwe indigo-oplossing ontstaat.
Om deze oplossing met potas te verzadigen, dat wil zeggen, om het overvloedige zuur van de oplossing weg te nemen, doet men er de potas eveneens in kleine gedeelten zo lang bij, tot het zuur zich volkomen er mede verenigd heeft en niet meer opbruist. De potas zakt op de bodem, en het bovenstaande vocht is de zuivere indigo-oplossing. In plaats van potas, kan men ook krijt gebruiken, hetwelk men er in poeder zo lang bijvoegt, tot het niet meer opbruist.

2.) 4 lood azijnzuurlood (loodsuiker) worden in 48 lood water opgelost, de oplossing door vloeipapier gefiltreerd en door in water opgeloste zwavellever nedergeploft. Het vocht wordt nu weder door filtreren van het nederplofsel afgescheiden en met regen- of rivierwater afgewassen. Het bezinksel roert men later met regen- of rivierwater tot een inkt aan, en voegt er een weinig Arabische gom en kandijsuiker bij. Deze inkt weerstaat even als de vorige de werking van zuren en loogzouten.

Bereiding van de Zwavellever. Men smelt in een smeltkroes op gloeiende kolen potas, welke men, daar zij zeer moeilijk smelt, vooraf met een weinig water kan bevochtigen, voegt er dan bij kleine gedeelten 3 lepels fijne zwavel bij, en roert het mengsel met een aarden pijpensteel om. Hebben zich op deze wijze de zelfstandigheden verenigd, dan giet men ze op een met vet bestreken steen uit, breekt dezelve, wanneer zij koud geworden zijn, in stukken, doet deze in een fles, en bewaart ze voor de toetreding van lucht en vochtigheid.
Men kan de zwavellever nog op de volgende, minder omslachtige wijze verkrijgen. 8 lood potas worden in een pond water opgelost, en hierbij 1 lood zwavelpoeder gemengd. Het mengsel wordt een uur lang gekookt, gefiltreerd en in een fles voor de lucht bewaard.

6. Inkt, in de vorm van inktkokers, staafjes en dergelijke

Men neemt naar goedvinden een zekere hoeveelheid zoethout, bijv. 2 ponden, raspt of hakt het zeer fijn en kookt het goed in water uit, filtreert het water af en laat het bezinken. Na het bezinken zal zich op den bodem een wit bezinksel vertonen ; men schenkt het bovenstaande vocht af en werpt het bezinksel weg. Nu neemt men eveneens een willekeurige hoeveelheid zwartsel, giet hierbij een weinig van het vocht en tracht het met elkander te vermengen ; vervolgens wordt er weder een weinig van het vocht bijgedaan, tot men een dunne pap verkrijgt. Heeft men dit gedaan, dan zet men de massa in een pot op het vuur, en laat ze onder bestendig omroeren zo lang hierop staan, totdat zij zo dik en taai geworden is, dat men dezelve kneden kan, dan neemt men de massa er uit, en geeft dezelve dien vorm, welke men verkiest, bijv. pijpjes, staafjes, 2 tot 3 duimen lang en 1½ tot 2 duim breed, holt ze ongeveer 1 duim diep en ½ duim breed uit, zodat men er een schrijfpen in kan brengen. Wil men nu schrijven, dan giet men er vooraf een weinig water in, roert het om, en de inkt is geschikt om gebruikt te kunnen worden, na het gebruik giet men het vocht weder weg. De buitenzijde van deze inktmassa beplakt men met goud- of zilverpapier. Wanneer men deze staafjes in een glas of een fles doet, er naar evenredigheid water op giet en het enigen tijd laat staan, dan is de inkt ook gereed.

TWEEDE HOOFDSTUK

GEKLEURDE INKTEN

1. Karmozijnrood

1.) 8 lood fernambukhout, dat echter niet te fijn gemalen is, wordt met 1 kan rivier of regenwater 6 uren of zo lang gekookt, tot bijna de helft verkookt is; vervolgens wordt het vocht doorgezijgd, en alvorens het koud geworden is, er acht lood Arabische gom en 1 lood aluin bijgedaan, zo blijft het nog enige dagen staan, wordt vervolgens gefiltreerd en in een fles gedaan.
2.) 1 pond fernambukhout en 3 lood aluin worden met 2 kannen water overgoten en tot op de helft verkookt. Nadat het vocht door gezijgd is, laat men het 14 dagen in een overdekte pot staan, zodat de aardachtige delen van de aluin bezinken. Het vocht wordt nu weder gefiltreerd en er 4 lood Arabische gom en 3 looden kandijsuiker bij gevoegd.
3.) Op 12 lood fernambukhout giet men een halve kan wijnazijn, laat het een nacht staan, en doet er de volgende dag nog 1 kan rivier- of regenwater bij en laat alles nu 2 vingers breed verkoken. Het vocht wordt af gegoten, en er 1½ lood fijn gestoten aluin en 3 lood Arabische gom bijgedaan, waarna men het weder 4 dagen laat staan. Hierna doet men 8 of 10 korrels gemalen cochenille in een weinig brandewijn, laat het enigen tijd staan, vermengt het met den inkt en filtreert dezen op nieuw.
4.) 1 lood tot poeder gestampte cochenille en ½ drachme aluin worden in een halve kan water ½ uur gekookt, dan laat men het vocht bezinken en helder worden, en nadat dit gedaan is, voegt men er een lood poeder van Arabische gom bij.

2. Scharlakenrood

Men neemt 1 lood kandijsuiker, het wit van 6 eieren en 1 lood brandewijn, klopt alles goed onder elkander, en voegt er zo veel zin nober bij, tot het geheel de dikte van inkt heeft. Voor dat men deze inkt gebruikt, schudt men denzelven goed om, dewijl de zinnober, uit hoofde van deszelfs zwaarte, maar de bodem zakt.

3. Groene inkten

Grasgroen

a.) 3 lood poeder van groenspaan worden met 1½ looden gestampten witten wijnsteen op een steen goed door elkander gewreven, in een pot gedaan en met een kan goede wijnazijn overgoten. Men laat het, dikwijls om roerende, enige dagen staan en bezinken, giet het helder geworden vocht af, en voegt er een drachma guttegom en 1 lood Arabische gom bij.

Blauwgroen

b.) 2 lood groenspaan worden op een steen met wijnazijn afgewreven, en hieronder 1 drachme rode gewreven wijnsteen met azijn en een weinig gom vermengd. Door bijvoeging van guttegom wordt hij grasgroen. c.) Vermengt men den volgenden gelen inkt met een weinig blauw, dan verkrijgt men een groen, dat men door bijvoeging van geel of blauw naar goedvinden kan schakeren. Hoe donkerder men dit groen wil hebben, des te meer blauwen inkt moet men er bij doen.

4. Gele inkten

a.) 3 lood gemalen kurkuma worden met 1 kan water tot op de helft verkookt, er 1 lood aluin, terwijl het kookt, bijgevoegd, het vocht door linnen gefiltreerd en er 1½ lood Arabische gom bijgedaan.
b.) Men neemt ½ lood saffraan, weekt deze in brandewijn of water zo lang, tot er alle gele kleur uitgetrokken is, en voegt er dan 1 lood Arabische gom en ½ lood aluin bij. Deze inkt is echter duurder dan de eerste en der halve te verkiezen, daar zij voor het overige in alles gelijk zijn.

5. Blauwe inkt

Men gebruikt voor de blauwe inkt de zwavelzure indigo-oplossing (zie Hoofdstuk I, 5.) alleen met dit onderscheid, dat men er, in plaats van de potas, zo lang krijt bij kleine hoeveelheden bij doet, tot er geen opbruising meer plaats heeft.

6. Violette inkten

a.) 8 lood campechehout, 1½ looden aluin worden met 2 ponden rivier- of regenwater tot op de helft verkookt, het vocht vervolgens afgegoten; na 24 uren wordt het gefiltreerd en er 3 lood Arabische gom en twee lood kandijsuiker bijgevoegd.
b.) Vermengt men blauwe inkt met een van de rode inkten, dan verkrijgt men een zeer schonen violette inkt.

7. Witte inkt

Goede zuivere, van alle vuil ontdane eierschalen worden op een steen met rivier- of regenwater goed fijn gewreven, en blijven in een pot zo lang staan, totdat de verf op de bodem gezonken is. Het bovenstaande water moet alsdan afgegoten en het bezinksel in de schaduw gedroogd worden. Wil men de inkt gebruiken, dan lost men een weinig ammoniak-gom in sterke wijnazijn op, en vermengt dit vocht met een weinig van dit witte poeder. De inkt is schitterend wit, en wel zo, dat men op wit papier er mede schrijven kan.

DERDE HOOFDSTUK

SYMPATHETISCHE INKTEN

1. Groen

Men neemt zoutzuur kobalt-oxyde, lost het in een genoegzame hoeveelheid water op en schrijft met deze oplossing. Het schrift is in de koude onzichtbaar, wordt bij verwarming fraai groen, en verdwijnt weder, wanneer het koud is.

2. Grauw

Salpeterzuur zilver of zilver in salpeterzuur opgelost (helse steen); wordt hiermede geschreven en het schrift aan de lucht blootgesteld, dan wordt het grauw.

3. Goudkleuren

Men lost kwikzilver in salpeterzuur op en schrijft hiermede; bestrijkt men dit schrift met een oplossing van potas in water, dan wordt het goudkleurig.

4. Wit schrift

Men neemt aluin, stampt denzelven tot een fijn poeder, doet dit poeder in water en laat het enige dagen op een warme plaats staan, ten einde het zich oplossen. Met deze oplossing wordt geschreven en het schrift gedroogd. Wil men het schrift lezen, dan dompelt men het papier in water, echter zo, dat het schrift naar boven komt en dadelijk in het water kan gelezen worden; het papier neemt dan of een blauwe, of grauwachtige kleur aan; het schrift daarentegen wordt wit en fraai glinsterend.

5. Geel schrift

Men neemt de bloembladen van de dus genoemde goudsbloemen, giet er goeden wijnazijn op en laat ze hiermede 10 dagen staan. Na deze tijd giet men het vocht door een linnen lap en drukt de bladeren uit. Is het vocht, dat zo dun als water moet zijn, nog niet dun genoeg, dan wordt het met gekookt water verdund. Het schrift met dit vocht is onzichtbaar, wordt echter geel, wanneer het met sap van viooltjes of vergeet-mij-niet bestreken wordt.

6. Schrift, hetwelk door de warmte alleen kan gelezen worden

Men neemt een stukje salmiak, destilleert dit met zoutwater en schrijft met dit water. Wil men het schrift lezen, dan behoeft men het slechts te verwarmen. Schrijft men met uiensap, dan wordt eveneens dit schrift eerst door de warmte leesbaar.

7. Schrift, hetwelk eerst leesbaar wordt, wanneer men het met roet, slijk en der gelijke bestrijkt

Men neemt pis of sterken azijn, schrijft hiermede op papier en laat het schrift drogen. Wil men het geschrevene lezen, dan bestrijkt men het papier met roet of gebrand ivoor, dan zullen de letters onmiddellijk zwart en leesbaar worden.

8. Zwarte symphatetische inkten

a.) Men stampt galnoten tot poeder en weekt dit enige dagen in water. Schrijft men met dit galnotenwater en bestrijkt het schrift met in water opgelost kopervitriool, dan wordt het onmiddellijk zwart.
b.) Lost men loodsuiker in water op en legt het hiermede geschreven schrift in de lucht, dan wordt het zwart.

9. Witte letters op een zwarte grond

a.) Men neemt het sap van vijgenbladeren, zet het ½ uur in de zon en mengt er een weinig gomwater onder, zodat het goed uit de pen vloeit. Alsdan neemt men een nieuwe vermaakte pen, schrijft met dit vocht en laat het schrift drogen. Wanneer dit gedaan is, wordt het papier met zwarte inkt of met een andere verf bestreken en men laat het weder drogen. Wil men nu het schrift lezen, dan neemt men een mes en schraapt goed zuiver de plaatsen, waar de letters zijn, af, dan zullen de letters zich fraai wit voordoen.
b.) Neemt men het geel van een ei en roert het goed met putwater onder elkander, schrijft hiermede, laat de letters drogen en bestrijkt het papier met deze of gene verf, dan vertonen zich ook de letters, nadat de verf gedroogd en het schrift zuiver afgeschrapt is, wit even als het papier.

VIERDE HOOFDSTUK

OVER ENIGE SOORTEN VAN KUNSTSCHRIFT EN ANDERE HIERMEDE BETREKKING HEBBENDE ZAKEN

1. Inkt, om te liniëren, welke men weder kan uitwissen

Men neemt gebrande wijnsteen en lost denzelven in water op, filtreert het water, vermengt het met goed fijn gewreven goudsteen (lapis lydius) en maakt het tot een inkt. De met dezen inkt getrokken lijnen kunnen met broodkruimels gemakkelijk uitgewist worden.

2. Om onverbrandbare letters te schrijven

Men neemt sterken wijnazijn, even zo veel eiwit en goed fijn gestampt zilverglid, mengt dit alles onder elkander, bestrijkt het papier drie malen met dit mengsel en laat het drogen. De, op dusdanige wijze bereid papier, geschreven letters, wanneer zij in het vuur geworpen worden, verbranden niet en komen wit te voorschijn.

3. Goud- en zilverschrift

Men lost Arabische gom in water en vervolgens in deze oplossing ammoniak-gom op, en voegt er een weinig sap van knoflook bij. Met dit vocht schrijft men op perkament, papier, enz. en laat het schrift drogen. Moeten nu de letters verguld of verzilverd worden, dan beademd men dezelve vooraf, ten einde zij vochtig zouden worden, legt er vervolgens goud- of zilverblad op, drukt er dit met boomwol op en laat het drogen. Is dit gedaan, dan wrijft men het overvloedige goud of zilver met een zacht penseel af, waar na alsdan de letters zich fraai zullen vertonen.

4. Zilver en goud, om te schrijven

Men neemt goeden sterken wijnazijn, doet deze in een glas, hetwelk door den azijn slechts half gevuld moet zijn; in dezen schudt men gelijke delen ongebluste kalk in poeder en kwikzilver, schudt het door elkander en laat het enige tijd op een warme plaats staan. Schrijft men met dit vocht, dan wordt het schrift als zilver. Doet men er echter van de onder Hoofdstuk II, No, 4, b. beschreven, uit saffraan bereiden inkt bij, dan wordt het schrift goud.

5. Echt goud, om te schilderen en te schrijven

Men wrijft 1 deel zogenoemd plakgoud, zo als de boekbinders tot vergulden gebruiken, en 4 delen, kwikzilver op een steen zo lang, totdat het goud geheel en al met het kwikzilver vermengd is; bij het wrijven kan men er een weinig azijn, of hetgeen nog beter is, citroensap bij doen, vervolgens wast men het mengsel enige malen goed met water af. Men drukt nu het mengsel door fijn zeemleder, ten einde het kwikzilver er uit komen; dat, hetwelk in het leder terug blijft, wrijft men met de helft gestampte zwavel goed ondereen, doet het mengsel in een ijzeren kroes, welke zo dicht mogelijk moet toegesloten worden, en zet dezelve zo lang op een goed kolenvuur, tot de zwavel geheel verbrand en het overblijvende geel is. Dit wordt nu uit de kroes genomen en in zuiver water zo lang gewassen, tot het een goudgele kleur verkrijgt. Bij het gebruik wordt dit goud zo veel met gom water aangemengd, tot het tot schrijven of tekenen geschikt is. Men laat het schrift of de tekening drogen en polijst hetzelve met een polijsttand. Men legt echter bij het polijsten papier over de letters, dewijl zij zonder dit geenen genoegzame glans verkrijgen.

6. Gouden letters te schrijven, of te tekenen

Men neemt fijn gestoten saffraan en orprement van elk even veel, wrijft deze zelfstandigheden op een steen met bokkengal goed door elkander, doet ze in een goed verglaasden pot en graaft ze in goede, korte paardenmest; na 14 dagen neemt men ze eruit en gebruikt ze, om te schrijven of te tekenen.