Auteur: Loes Sewing, modejournalist
Datum van publicatie: september 1958

Confectie met Haute-Couture-inslag op komst voor de werkende vrouw

Wanneer we tot voor korte tijd een modeshow van de haute couture zagen, dan slaakten we na afloop steevast de verzuchting: wat jammer toch, dat dit soort kleding bijna altijd boven de financiële draagkracht ligt van de werkende vrouw. We hadden dan natuurlijk niet zozeer de kostbare avond- en cocktailtoiletten op het oog, maar de pakjes en japonnen, die de haute couture voor overdag pleegt te brengen.
Natuurlijk is elke vrouw eigenlijk met een dergelijke japon of pakje gebaat, maar voor de werkende vrouw zijn ze toch wel bijzonder attractief. Ze doen door hun uitstekende coupe niet alleen de gestalte op haar best uitkomen, maar ze zijn bovendien door hun eenvoud (die niet alleen het kenmerk van het ware, maar ook van de ware haute couture is) bij uitstek geschikt om tijdens het werk te worden gedragen.

Daarom waren we zo bijzonder verheugd toen we enige tijd geleden tijdens een show de modellen zagen, die de Amsterdamse ontwerper Dick Holthaus had ontworpen voor de Nederlandse confectie. Tot nu toe had Holthaus zich uitsluitend beziggehouden met kostbare haute couture. En, het moet gezegd, bijna altijd met gelukkige resultaten. Hij behoort tot de beste jonge ontwerpers in ons land en niet zelden troffen we op zijn shows bekende actrices aan.
Voor het herfstseizoen heeft Holthaus nu een twintigtal japonnen en ensembles ontworpen, die door een Nederlandse confectiefabriek geconfectioneerd zullen worden. De prijzen zullen van f 48,- tot f 125,- variëren. De modellen, die wij zagen waren zo simpel van lijn en zo modieus, dat ze er veel duurder uitzagen.
De meeste japonnen hadden een iets verhoogde taille. Vaak waren ze mouwloos, maar dan was er bijna altijd een recht eenvoudig jasje bij. Alleen een paar modellen, meer in het bijzonder geschikt voor de jeugdige blommen, hadden een lagere taille en een ruim aangezette rok. Bij het merendeel viel de rok echter glad en recht; daarboven een simpel lijfje, dat soms een accent had door een half ceintuurtje, strikjes en klepjes van zakken of schijnzakken. Het geheel werd echter nooit druk of overladen.

Het begeerlijkst vonden wij de modellen, die meer dan één mogelijkheid bezaten. Een goed voorbeeld hiervan was 'Pierre', een strakke mouwloze japon van zwarte wollen stof. Op kantoor kan over deze japon een kleine bolero met driekwart mouwen worden gedragen. Het resultaat is dan een correcte japon, die b.v. voor een secretaresse, die vaak ook nog representatieve plichten heeft, een heerlijk kledingstuk is. Zonder bolero is het een keurige cocktailjurk, die weer voor schouwburg of een feestelijk etentje door middel van twee losse panden van dezelfde stof, tot een geheel nieuwe creatie kan worden omgetoverd. De prijs van dit ensemble lag onder de f 100,-.
Dit is eigenlijk het soort kleding, waarop de werkende vrouw heeft gewacht. Zelden zagen we op een modeshow japonnen van een dergelijk niveau voor zulke gemodereerde prijzen. De rokken waren vrij kort, maar vielen alle toch even over de knie. Er was veel grijs, prince-de-galles ruiten; zwart, donkerblauw, pied-de-poule en bruin. De wollen stoffen, die soms met een dacron draad waren doorweven, waren van Nederlands en buitenlands fabrikaat.
Deze modellen, die onder de naam 'Evelyn' in de handel zullen worden gebracht, zullen binnenkort bij detaillisten verkrijgbaar zijn. We willen tot slot alleen maar de hoop uitspreken, dat deze Evelyn-collectie niet alleen in de hoofdstad, maar op verscheidene plaatsen in ons land te koop zal zijn. Men kon ons hierover nog niet inlichten, daar de onderhandelingen met de detaillisten nog in een voorbereidend stadium waren.