Productiviteit
De productiviteit van een kenniswerker is de uitkomst van de meting van de zelf gedefinieerde of opgelegde doelstellingen binnen een bepaalde tijd of termijn.
De productiviteit van de kenniswerker wordt beïnvloed door diverse factoren:
- persoonlijke factoren:
- persoonlijkheid
- werkinstelling
- sociale factoren:
- welvaartsniveau
- nationale werkinstelling
- lokale werkinstelling
- organisatorische factoren:
- organisatiestructuur
- bedrijfscultuur
- management- en leiderschapsstijlen
- collegiale relaties
- beloningsstructuur
- gefaciliteerde factoren:
- productiemiddelen
- ruimtegebruik
- voorzieningen voor eten en drinken
- lichamelijke en geestelijke ontspanning
De factoren zijn op vrijwel iedere kenniswerker toepasbaar waarbij organisatorische en gefaciliteerde factoren sterk afhankelijk zijn van de locatie waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd.
Historie
De term productiviteit wordt in de Nederlandse taal vanaf het begin van de 19e eeuw gebruikt. Dit echter niet in direct verband met de kantoorwerkers maar met fysieke arbeid.
Vanuit die tijd is er wel literatuur waarin productiviteit een belangrijk onderwerp is. Zo beschreef in 1841 de Franse schrijver Honoré de Balzac in het satirisch essay Physiologie de l’employé (in het Nederlands later vertaald als Fysiologie van de ambtenaar) het werken van de ambtenarij in die tijd. Illustratief voor dit literaire werk is de hieruit regelmatig aangehaalde tekst:
'Van de negen uren die iedere ambtenaar op kantoor aan de Staat dient te wijden, worden er wel viereneenhalf verspild aan gesprekken, aan verhalen, aan woordenwisselingen, aan het snijden van veren pennen, aan intriges.
Zo lijdt de Staat bij het werk een verlies van vijftig procent. Hij zou voor tien miljoen kunnen laten doen waar hij twintig voor betaalt. De ambtenaren die ik heb beschreven, zijn het raderwerk van de machine.'
Het imago van de ambtenaar is tot aan vandaag de dag nog veelbesproken en heeft geleid tot talloze negatieve en positieve stereotyperingen.