Looprichting

Met looprichting wordt de richting aangegeven waarin de (hout)vezels in een vel papier liggen, dit kan Langlopend of Breedlopend zijn. Het verschil ontstaat wanneer vellen papier van een (opgerolde) papierbaan worden gesneden want papier dat uit een papiermachine komt is altijd langlopend. Papierpulp wordt namelijk in een zeer dunne laag op een lange zeef uitgelegd waarbij de vezels in de pulp zich rangschikken in dezelfde richting als de loop van de zeef.

De looprichting is altijd evenwijdig aan het tweede getal van het formaat.

Bepalen van de looprichting

Er zijn een aantal verschillende manieren om de looprichting van papier te bepalen:

  • buigproef, waarbij het vel papier licht wordt gebogen. Is de weerstand van de ene zijde minder dan de weerstand van de andere zijde, dan loopt de looprichting evenwijdig aan de zijde met de minste weerstand.
  • nagelproef, waarbij het vel papier tussen twee nagels wordt getrokken. De gladde zijde is evenwijdig aan de looprichting. De geribbelde zijde die ontstaat is haaks op de looprichting
  • scheurproef, waarbij het vel papier aan beide zijden wordt ingescheurd. De gelijkmatige en redelijk rechte scheur is evenwijdig aan de looprichting
  • vochtproef, waarbij het vel papier aan een zijde licht wordt bevochtigd en zich zal oprollen. De looprichting is evenwijdig aan de as van de ontstane rol