Een kantoor is een werkomgeving, gevormd door één of meerdere werkplekken, voor het uitvoeren van denkwerk en administratieve werkzaamheden.

Het woord kantoor is ontleend aan het Franse woord comptoir “tafel waaraan handelaren klanten helpen en geld in ontvangst nemen”. In het Middelnederlands duidde het woord net als in Frans een meubelstuk aan waarin men de boekhouding e.d. opborg en waaraan men schreef en afrekende. In het Frans bleef dit lange tijd de enige betekenis, maar in het Vroegnieuwnederlands verschoof de betekenis naar “een kamer waar zo'n meubelstuk zich bevindt”, waarop alle latere betekenissen zijn terug te voeren.
In de Nederlandse literatuur wordt in het jaar 1823 in het dichtwerk Akten van Willem Bilderdijk gesproken over klerkkantoren.

Het ontstaan van het kantoor tot aan heden bestrijkt een zeer lange periode. De historische ontwikkeling van het kantoor is in te delen in vijf belangrijke stadia:

• kantoor als plaats voor het uitvoeren van en controle van regels en wetten
• kantoor als plaats voor de administratie van handel
• kantoor voor het uitvoeren van ondersteunende taken aan de industriële sector (secundaire sector)
• kantoor voor het ontwikkelen en uitvoeren dienstverlenende taken en niet fysieke producten
• kantoor van de kenniswerker