Inhoud
Cento 25
Cento 25 handbediende vloeistofduplicators zijn uit productie en niet meer leverbaar.
Historische beschrijving
De Cento hectografische vloeistofduplicators werken volgens de indirecte bevochtigingsmethode (rollen-bevochtiging); de vloeistoftoevoer is met de hand regelbaar. De machines zijn uitgerust met een afneembaar vloeistofreservoir, een moederblad-aanlegtafel, een verstelbare drukrol, een afneembare papiertafel en uitlegbak en een op nul stelbare oplageteller. Het Cento model 25 was er in drie uitvoeringen: 25, 25AV, 25DF. Geen letter achter de serie-aanduiding betekent: folioformaat; AV achter de serie-aanduiding betekent: arbeidsvoorbereiding; DF achter de serieaanduiding betekent: dubbelfolioformaat.
Cilinder en moederbladbevestiging
De machines zijn voorzien van een uit een aluminium-alliage vervaardigde, geheel gesloten stop-cilinder, d.w.z. dat de cilinder na elke volledige omwenteling in een ruststand gestopt wordt alvorens een vel afdrukpapier toegevoerd wordt. In het cilindervlak is een kleminrichting aangebracht, met behulp waarvan het moederblad op de cilinder bevestigd wordt. In de opspanstand van het moederblad wordt bij het bevestigen in de kleminrichting een vouw gemaakt van ca. 5 mm breedte. De cilinderomtrek bedraagt 39 cm, de breedte van de cilinders is bij de folio-modellen 24,5 cm, bij de dubbelfolio-modellen 46 cm.
Deze modellen zijn voorzien van een losse moederblad-aanlegtafel, welke door middel van twee pennen bevestigd wordt op een van gaten voorziene staaf, die tussen de zijwanden van de machine achter de cilinder is aangebracht. Het moederblad wordt met de spiegelschriftzijde naar boven en de opspanrand naar voren gericht op deze aanlegtafel gelegd. Vervolgens wordt de cilinder zover teruggedraaid dat de kleminrichting zich voor de aanlegtafel bevindt. Door een tegen de rechterzijwand van de cilinder aangebrachte handle neer te drukken wordt de kleminrichting geopend. Het moederblad wordt in de kleminrichting geschoven, waarna deze zich sluit bij het loslaten van de handle; de cilinder moet dan in de ruststand teruggebracht worden.
Papiertoe- en afvoer
De machines zijn uitgerust met een horizontaal geplaatste, afneembare papiertafel met een capaciteit van 200 tot 250 vel. De papiertafel is bij deze modellen voorzien van twee gladde metalen papiergeleiders, welke elk met een viertal klemveren op de papiertafel bevestigd zijn, naar links en naar rechts over een afstand van ca. 7 cm verschoven kunnen worden en aldus instelbaar zijn op papierbreedten van circa 10 tot circa 24 cm (bij model 25DF van circa 10 tot 47 cm). Het afdrukpapier wordt met de hand vel voor vel toegevoerd door het, wanneer de cilinder zich in de ruststand bevindt, over de hellend geplaatste aanlegplaat te schuiven tot het tegen de bevochtigingsrol en de tegendrukrol stuit. Bij het linksom draaien van de aandrijfkruk wordt het afdrukvel door deze rollen meegenomen en tussen cilinder en drukrol gevoerd, waarna het in de verstelbare uitlegbak aan de achterzijde van de machine wordt uitgeworpen. De uitlegbak is voorzien van twee verstelbare papiergeleiders en een verstelbare stuitplaat.
Bevochtiging
De vloeistof (Centolin) bevindt zich in een cilindrisch gevormd, metalen reservoir, dat met behulp van een aan de rechterzijde van de machine aangebrachte knop gedraaid kan worden. De vilthouder bestaat uit twee metalen hoekstrippen, waarvan de een op het reservoir bevestigd is. Het vilt wordt met behulp van een tweede hoekstrip en twee klemschroeven tegen de eerste strip geklemd. Op de plaats van de vilthouder is in de wand van het vloeistofreservoir een rij gaatjes aangebracht, waardoor de vloeistof in het vilt trekt. Door de klemschroeven van de vilthouder losser of vaster aan te draaien is de mate van bevochtiging enigszins te regelen. In de werkstand van het reservoir drukt het vilt tegen de bevochtigingsrol, welke het afdrukpapier gelijkmatig bevochtigd. In de ruststand is het reservoir door middel van de knop een halve slag gedraaid ten opzichte van de werkstand, zodat de vilthouder naar boven gekeerd is en het vilt niet meer in contact staat met de vloeistof waardoor verdamping hiervan tegengegaan wordt. Het reservoir is afgesloten met een schroefdop, welke zich in de ruststand aan de rechterzijde boven op het reservoir bevindt; op de linkerzijwand van het reservoir is een door een drukveertje gesloten gehouden ventiel aangebracht, waardoor bij onderdruk in het reservoir na verbruik van een gedeelte van de vloeistof lucht kan toetreden. Door het een of tweemaal indrukken van dit ventiel kan het doortrekken van de vloeistof in het vilt bespoedigd worden. De inhoud van het reservoir bedraagt ca 500 cm3. Het reservoir kan uit de machine genomen worden door de knop waarmede het gekanteld wordt uit te trekken. De breedte van het vilt bedraagt bij het foliomodel 22 cm. Bij model 25AV worden twee vloeistofreservoirs geleverd, één met een 22 cm vilt, het andere met een 16 cm vilt; bij model 25DF is de breedte van het vilt 43 cm. De breedte van de bevochtigings- en tegendrukrol is bij de modellen 25 en 25AV 22 cm, bij model 25DF 43 cm.
Drukrol
De drukrol is gelagerd in kogellagers, welke bevestigd zijn op de uiteinden van een tweetal niet-verende houders. Met behulp van de druk-regelknop op de rechter zijwand van de machine wordt de druk, waarmede de drukrol het afdrukpapier tegen het op de cilinder gespannen moederblad drukt, geregeld; wanneer de machine niet gebruikt wordt dient de knop geheel linksom gedraaid te worden, in welke stand de drukrol vrij staat van de cilinder, waardoor vervorming van de drukrol voorkomen wordt. Indien de drukrol ingeschakeld is drukt hij permanent tegen de cilinder. De breedte van de drukrol is bij de foliomodellen 22,5 cm; bij de dubbelfoliomodellen 43 cm.
Hoogte-, marge- en hoekverstelling
Hoogteverstelling
Hoogteverstelling is alleen mogelijk door van het moederblad een strook af te snijden of er een strook papier aan te plakken, waardoor het hoger, resp. lager op de cilinder gespannen wordt.
Margeverstelling
Margeverstelling is mogelijk door de papieraanleggers op de papiertafel te verschuiven, waarbij echter rekening moet worden gehouden met de plaats van het vilt, daar het reservoir met vilthouder niet zijwaarts verplaatsbaar is. Verder kan de margebreedte geregeld worden door de wijze van opspannen van het moederblad, waartoe de klemliniaal van enige merkgroeven is voorzien. Bij de 26-serie is de moederbladaanlegplaat van verstelbare papiergeleiders voorzien; bij model 27 zijn merkstrepen aangebracht op de doorzichtige moederblad-aanlegplaat.
Hoekverstelling
Hoekverstelling geschiedt eveneens door de opspanning van het moeder blad te wijzigen.
De machines zijn voorzien van een op nul stelbare oplageteller (capaciteit 4 cijfers), welke het aantal cylinderomwentelingen aangeeft. Op bestelling kunnen de machines aan de voor- en achterzijde van een doelmatige verlichting worden voorzien. De machines zijn uitgevoerd in zwarte lak met gepolijste, vernikkelde en verchroomde delen. Bijbehorende onderzettafels zijn uit zwartgelakte stalen buizen vervaardigd en voorzien van twee houten bladen en vier vernikkelde, verstelbare poten.
Arbeidsvoorbereiding
Model 25AV is bestemd voor de arbeidsvoorbereiding of voor de facturering. De technische uitvoering van dit model is geheel gelijk aan die van model 25; alleen worden een aantal uitrustingsstukken bijgeleverd die de formulierbehandeling vergemakkelijken. Daartoe is de machine geplaatst op een buistafel, waaraan aan de voorzijde een ruime formulierenbak is bevestigd. Deze bak kan naar behoefte ingedeeld worden met behulp van verdeelbakjes. De hoogte van de bak is 26 cm, de breedte 32 cm. Met de verdeelbakjes (hoogte 19 cm) kunnen vakindelingen gemaakt worden van 36, 10,5 en 8 cm breedte, waarin formulieren van verschillende afmetingen of met verschillend gebruiksdoel geplaatst kunnen worden. Verder is model 25AV uitgerust met een extra moederblad- aanlegtafel met twee verstelbare papiergeleiders (papierformaat tussen 6 en 20 cm), een papieraanlegtafel (papierformaat tussen 6 en 23 cm) met verstelbare papiergeleiders, een opvangstripje voor smalle formulieren en een extra vloeistofreservoir met 16 cm vilt. Bij de toepassing van de arbeidsvoorbereiding op model 25AV worden alle afdrukken op formulieren van dezelfde afmetingen als het moederblad gemaakt. De desbetreffende bewerkingsregel op de diverse werkbriefjes etc. wordt voor elk werkbriefje verkregen door de niet ter zake dienende bewerkingsregels op de bewerkingsbriefjes door een raster opdruk onleesbaar te maken. Dat betekent dat evenveel van verschillende vaste opdruk voorziene werkbriefjes aanwezig moeten zijn als er bewerkingsregels op een moederblad voorkomen. De kopgegevens zijn voor alle werkbriefjes gelijk; voor bewerkingsregel 1 is de eerste regel open, doch de resterende regels zijn van rasteropdruk voorzien; voor bewerking 2 is de tweede regel opgelaten, doch de eerste, derde en volgende regels zijn van rasteropdruk voorzien; voor bewerking 3 is de derde regel open, doch de eerste, tweede, vierde en volgende regels zijn door rasteropdruk onleesbaar gemaakt, enzovoorts. De regeldrukmethode is dus in feite, in plaats van dat deze door de machine verricht wordt, verplaatst naar de bewerker, die zelf voor elke bewerkingsregel het daarbij behorende formulier met de overeenstemmende open regel moet kiezen en in de machine moet voeren. De bewerkingsbriefjes staan in volgorde van bewerkingsregel in een eigen formulierbakje in de grote formulierbak opgesteld.
Specificaties
De gewichten en afmetingen van de machines bedragen:
Model | Lengte (cm) | Breedte (cm) | Hoogte (cm) | Gewicht (kg) |
---|---|---|---|---|
25 | 41 | 39 | 29 | 20 |
25AV | 41 | 39 | 29 | 20 |
25DF | 65 | 39 | 29 | 27 |