Akten

Hoe! alles dan in schrift! geen woorden meer verbinden?
Geen recht dan voor 't papier of pergament te vinden?
Verdragen geldt niet meer; in de akten is 't verband,
En de Akten-Grammarchie regeert geheel ons land?
Dat Monster, van zijn throon, geheid op ganzenpennen,
Kan zelfs gerechtigheid in zijn gareelen mennen;
Dringt ons zijn Stokbeurs op voor Themis gulden roê;
En nagelt haar den mond en knijpt haar gorgel toe!

Gy oude-lappen-kroost, in 't stof der klerkkantoren,
(Of mooglijk vilders roof, in bloed en stank) geboren,
En aan geen borst gezoogd, maar op een stiefmoers schoot,
Met galnootsap gedrenkt en eêk en koperrood;
Die ganzenveer en inkt tot vader hebt en moeder,
Het zand tot zuster, en het druipend lak tot broeder,
En 't groene zegelwasch als oom en tante groet;
Wat beeldt ge u-zelf toch in, Schoolvossig wangebroed!

Is 't op den Sprinkhaanzwerm van drokke Buralisten,
Dat eierleggend ras van eindelooze twisten,
Door Frankrijks Dwingeland Europa ingestormd,
Dat groente- en vrucht- en zaad-verslindend kruipgewormt';
Al knapen, Kerk en Staat en wapendienst onttogen,
En muffende over 't plat der lessenaars gebogen?
Zoo ja-'t is uitgepraat. Mijn vrienden, zwijgen wy,
Want zeker 't meerdertal is blijkbaar aan hun zij'.